Paarden & Poesta in Hongarije

Wat is hij stoer, die Hongaarse ruiter. Los en zonder zadel staat hij op zijn paard. Eerst laat hij het dier zachtjes lopen, daarna spoort hij het aan tot galop. Zijn blauwe broek wappert. En hoe hard hij ook gaat, het lijkt of het hem helemaal geen moeite kost op het paard te blijven staan. Dan sluiten andere ruiters zich bij hem aan en lijkt het of de Hongaarse poesta de dieren en hun berijders omarmt. Ze versmelten tot een wervelende massa. We applaudisseren voor dit fraaie staaltje evenwichtskunst en genieten met volle teugen van de volgende demonstraties.



We zijn in Hongarije. Nog geen twee uurtjes rijden vanaf Budapest, richting de Roemeense grens op de Grote Hongaarse Laagvlakte. Hier ontdekken we het echte Hongarije op de poesta. Maar ook Michiel Adriaenszoon de Ruyter in Debrecen en bruin, maar heilzaam water in Hajdúszoboszló.

Michiel en de 26 Hongaarse geestelijken
Debrecen ligt in het oosten van Hongarije en is na Boedapest de tweede grootste stad van het land. In 1849, tijdens de Hongaarse onafhankelijkheidsstrijd tegen de Oostenrijkse Habsburgse keizer, was Debrecen tijdelijk de hoofdstad van Hongarije. De gemoedelijke stad staat bekend als het geestelijk centrum van de Hongaarse Gereformeerde kerk. Logisch dus om onze ontdekkingstocht te beginnen bij Nagytemplom, de 55 meter lange en 15 meter brede kerk.



Met maar liefst 3000 zitplaatsen is het een van de grootste kerken van Hongarije. In de kerk hangt een portret van de Nederlander Johannes Calvijn. En wanneer we van de kerk naar het museum lopen, stuiten we in een parkje op nog een Nederlander: Michiel de Ruyter. Toen hij in 1676 de Middellandse Zee bevoer, hoorde hij uit een voorbijvarend schip mensen psalmen zingen. De Ruyter ging aan boord en ontdekte 26 Hongaarse gereformeerde dominees, die door de Oostenrijkse keizer tot de galeien waren veroordeeld. Hij kocht de geestelijken vrij en kreeg als dank een standbeeld in Debrecen.



Voor de Hongaarse dominees was de bevrijding een wonder. Een ander wonder is de ‘wonderboom’. Tijdens de Reformatie werd er stevig gedebatteerd tussen de aanhangers van het Rooms-katholicisme en het Calvinisme. Een van de rooms-katholieken stak een dode tak van een boom in de grond en zei: “Als het Calvinisme het ware geloof is, dan laat God deze tak tot bloei komen.” Wie verantwoordelijk was voor de groei van de boom laten we in het midden, maar Debrecen ging over op het Calvinisme.



Tips voor Debrecen:
  • Beklim ook de toren van de kerk. Leuk detail: de grote klok is gegoten van Oostenrijkse kanonskogels.
  • De Gereformeerde Universiteit, gevestigd in een schitterend gebouw en met een enorm uitgebreide bibliotheek met veel oude boeken.
  • Het museum.
  • Een ritje met lijn 1, de enige tramlijn van de stad.
  • De wonderboom.
In galop de poesta op
En dan gaan we de poesta op. Naar de paarden en ruiters in het Hortobágyi Nemzeti Park, gelegen in de Grote Hongaarse Laagvlakte. Het woord poesta, in het Hongaars puszta, betekent ‘leegte’. En inderdaad, door het ontbreken van bomen lijken aarde en lucht in elkaar over te gaan. We stappen in een huifkar en komen de ruiters van het nationale park tegen, die ons vermaken met een show. Naast ongelofelijk knap, is het ook leuk om te zien dat de mannen er plezier in hebben en niet zomaar een ‘kunstje’ voor toeristen vertonen. Wanneer we verder rijden zien we een kudde witte stieren.



Onze huifkarmenner legt uit dat het ras een bijzondere eigenschap heeft: de stieren veranderen van kleur bij castratie. Een wit dier is gecastreerd; bij een grijze stier is alles nog in volle glorie aanwezig. Grijnzend zegt hij dat het maar gelukkig is dat mensen niet van kleur verschieten. We genieten nog een uurtje van de pracht, van de zeker niet lege laagvlakte, en sluiten deze Hongaarse dag toepasselijk af met een glaasje Palinka. Deze nationale drank van Hongarije lijkt op wodka en gaat er bij de meesten prima in.

Gezond bruin water
Vanaf Debrecen is het een half uurtje rijden naar de thermaalbaden van Hajdúszoboszló. Tot in de 19de eeuw was het een plattelandsdorpje, met wat akkerbouw en veeteelt. Sinds op 26 oktober 1925 de thermale bronnen ontdekt werden, draait het hele dorp echter om gezondheid, wellness en water. Vooral mensen met reumatische aandoeningen, gewrichtsklachten en huidproblemen schijnen profijt te hebben van het bruine mineraalwater, dat met een temperatuur van 73°C uit de aarde komt.



In Hajdúszoboszló doen de hotels en kuurcomplexen medisch gezien niet voor elkaar onder. Maar de uitstraling verschilt nogal. Waan je je bij de een, met witte steriele tegels en ongezellige verlichting, zo'n 30 jaar terug in de tijd, bij de ander vind je mooie en sfeervol ingerichte ruimtes. We krijgen rondleidingen door verschillende hotels, waaronder Hungarospa. Niet alleen het grootste complex van Hajdúszoboszló, maar ook van Europa volgens de manager. Je kunt er terecht voor medische behandelingen, maar ook om te zwemmen in de grote buitenzwembaden, thermaalbaden of het overdekte Aquapark. Aan het complex grenst een camping. Hier ontmoeten we het Nederlandse echtpaar Annie en Ewert van de Pol. “Al 15 jaar komen we hier elk jaar 3 weken per jaar kuren in verband met mijn reuma”, vertelt Annie. “De camping is niet superluxe, maar het sanitair is schoon, dat vinden we belangrijk. En we hebben alles bij de hand, het is goedkoop en de behandelingen zijn fantastisch.”

Het maakt niet uit op welke camping je verblijft, overal kun je terecht voor medische- en/of wellnessbehandelingen. En dat je ook zonder echte gezondheidsklachten kunt kuren, of je laten pamperen met wellnessbehandelingen, heb ik zelf ervaren. In een van de kuurhotels kreeg ik een massage die zo doeltreffend en vakkundig was dat ik het me nog steeds herinner. Wat jammer dat mijn masseur niet met me mee naar huis wilde. Tja, dan moet ik nog maar een keer terug!

Tips voor Hajdúszoboszló:
• Het Bocskai museum.
• Het restant van de stadsmuur en de gerestaureerde ronde toren uit de 15de eeuw.
• De gereformeerde kerk uit de 18de eeuw.
• Hajdúszoboszló heeft 2 campings



Over Hongarije
Het grootste deel van Hongarije heeft een gematigd landklimaat. In de bergen heerst een subalpien klimaat en op de Grote Laagvlakte een landklimaat. De winters zijn koud en nat. De zomers warm, met een gemiddelde temperatuur tussen de 18 en 22°C. Hongarije heeft een hoog aantal zonne-uren: gemiddeld 2000 per jaar.

Tips voor automobilisten:
  • Je bent verplicht een autovignet op je ruit te hebben. Deze zijn te krijgen aan de grens, bij de grotere tankstations en via internet.
  • Ook overdag moet je met licht aan rijden.
Bekijk hier alle campings in Hongarije

Tekst en beeld: Madeleine van de Wouw