Tussen erfgoed en ambacht

Vanaf Poitiers is het nog maar een uurtje rijden naar het departement Deux-Sèvres in het hart van de regio Poitou-Charentes, aan de Atlantische kust van Frankrijk. Het is onze eindbestemming van deze reis, die ons hopelijk net zo gaat verrassen als de historie ervan ons doet vermoeden…



De regio Poitou-Charentes staat – als we de historie mogen geloven – bol van de overblijfselen uit de romaanse tijd, de renaissance en de middeleeuwen. We stellen ons zo voor dat we een kakofonie aan bouwstijlen zullen ontdekken in ontelbare historische kerken, abdijen en eeuwenoude stadjes. En daar verheugen we ons nu al op!

Thouetvallei
Tal van karakteristieke stadjes en dorpjes ontdekken we tijdens onze eerste dagen in de Vallée du Thouet. In Oiron brengen we een bezoek aan het gelijknamige kasteel in renaissance stijl. Een imposant bouwwerk waar de status vanaf knalt. Het gebouw is een nationaal monument en tegen betaling toegankelijk voor publiek. In de vele zalen die het kasteel rijk is, vinden we talloze bijzondere en soms ook bizarre exposities van zowel stilstaande als bewegende aard. Historische schilderingen aan wanden en plafonds maken dat we ogen tekort komen. Door de diversiteit van de expositieruimtes is het elke keer weer een verrassing wat we in de volgende zaal tegen zullen komen en zo krijgen we niet alleen een goed beeld van alle kamers die het kasteel rijk is, ook zien we Franse kunst in al zijn vormen. En dat zijn er nogal wat!



Van Oiron zakken we iets zuidelijker naar St-Jouin-de-Marnes, waar we bijna tegen de immense romaanse abdij oprijden. Deze is duidelijk niet te missen en staat te pronken in het landschap! Vaak is de abdij gewoon open en ook wij hadden geluk. Het imposante bouwwerk moet je vooral nog even vanaf de achterzijde zien, waar de speelse vormen prachtig afsteken tegen de lucht.



Weer even verder zuidelijk komen we in Airvault. Ook daar is een bezienswaardigheid die we niet mogen missen en ook daar kun je er echt niet omheen. Naast het gezellige dorpsplein en het voormalige overdekte marktplein, is het vooral de hagelwitte kerktoren die hier bijna schril afsteekt tegen de blauwe lucht. ‘Onnatuurlijk’ zeggen we gelijktijdig als we elkaar aankijken. En dat is het ook een beetje. Hebben alle historische gebouwen hier een beetje een geelwitte steenkleur, voor de toren is gekozen voor een steen die bijna net zo wit is als de schapenwolkjes die voorbij drijven. Of we het mooi vinden? Dat laten we nog even bezinken…

Iets ten westen in de vallei van Thouet is nog meer historie te vinden. In St. Géneroux wandelen we over romaanse brug en bezoeken we ook het naastgelegen pre-romaanse kerkje. Dat het hier niet overloopt met toeristen zorgt ervoor dat we de sleutel gewoon bij het naastgelegen café kunnen ophalen. Doen we daar ook maar gelijk een café-au-lait om bij te komen van alle historische indrukken!



Parthenay
Van veel grotere orde is de historie in de middeleeuwse vestingstad Parthenay. De citadel wordt omgeven door de rivier Thouet en kent een behoorlijk hoogteverschil. Wandelschoenen aan dus! We hebben een afspraak met een gids voor het VVV-kantoor in de historische binnenstad en parkeren we onze auto net buiten de stadspoort. Ongemerkt lopen we een stukje van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella, die bij de stadspoort aangegeven wordt met een Jacobsschelp. De gids vertelt ons meer over het belang van deze vestingstad en in rap tempo lopen we eerst naar de ‘bovenstad’ waar we prachtig uitzicht hebben op de historische, smalle straatjes en de oude huisjes die dak aan dak lijken te staan. Omdat de mensen in het oude gedeelte geen tuintjes hebben, wordt een groot deel van de ommuring gebruikt als stadstuin. Een heerlijke plek om rond te wandelen, te zitten en van het prachtige uitzicht te genieten. In de zomermaanden worden er regelmatig rondleidingen gegeven, veelal zijn ze in het Frans. Een Engelse rondleiding is wel mogelijk, maar gaat op aanvraag.



Melle
Na een paar dagen in de Thouetvallei trekken we verder zuidwaarts met eindbestemming Melle, ten zuidoosten van de grote stad Niort. Deze stad die tot ‘Petite Cité de Caractère’ (kleine karaktervolle stad) gedoopt is, staat bekend om de drie Romaanse kerken. Eén daarvan, de Saint Hilaire kerk, staat op de Unesco Werelderfgoedlijst en moeten we uiteraard zien. Maar voor we naar dit hoogtepunt reizen, bekijken we eerst de binnenstad van Melle. Ook hier veel historie, maar ook veel groen, leuke winkeltjes en sfeervolle pleintjes. Pas na de lunch op zo’n heerlijk terras, zoals ze dat alleen in Frankrijk lijken te kennen, bezoeken we de Saint Hilaire kerk. Wederom een oogstrelend gebouw, maar wat het meer bijzonder maakt is de ligging tegen de heuvel aan. Hierdoor is de entree aan de achterzijde vele malen hoger dan het kansel aan de voorzijde van de kerk. De sobere bouwstijl wordt goedgemaakt door de vele hoge bogen. Juist de eenvoud maakt dit een bijzonder mooi bouwwerk.



Alles over geiten
Na al dit cultuurhistorisch erfgoed zoeken we luchtiger vertier op. De Deux-Sèvres staat ook bekend om haar oude ambachten en één van die ambachten is het verwerken van geitenmelk in tal van vormen. In het ‘Maison de la Chèvre’ – het huis van de geit – in Celles-sur-Belle laten we ons alles vertellen over de geschiedenis van de geitenhouderijen in Poitou-Charentes. Er is een compact, maar interessant museum dat, deels, interactief meer vertelt over de historie, maar nog leuker is het bijbehorende winkeltje waar je echt alles, maar dan ook alles, op geitengebied kunt kopen. Van tientallen soorten geitenkaas tot geitenbier, geitenknuffels en geitensouvenirs. Leuk om te snuffelen en een must voor liefhebbers van geitenkaas. En daar scharen wij ons zeker onder!



Als je dan toch in Celles-sur-Belle bent, dan is het dorpje zelf ook een absolute bezienswaardigheid. Een pleintje dat als sociale ontmoetingsplaats fungeert, met aan de rand daarvan een barretje met een terrasje, zorgt voor veel kijkplezier. En als je dan de moed weer verzamelt hebt om verder te lopen, dan zit er op korte loopafstand van dat pleintje een bijzonder mooie abdij met een abdijkerk. De abdij is van binnen nogal leeg, maar daardoor lijkt het nog groter dan het al is. Wat er vooral mooi en veel bezocht is, zijn de omliggende tuinen. Loop je over het lange grasveld van de abdij weg, dan belandt je in een oase van groen, vol bloemen en planten, bijenhotels en andere kleine beestjesaccommodaties. Een prachtige plek op een mooie dag.



Marais Poitevin
Na erfgoed en ambacht is er in de regio Poitou-Charentes gelukkig ook veel natuurschoon te bewonderen. En dat vinden we in het Marais Poitevin. Het moerasgebied is enorm en grotendeels alleen per boot te bezoeken. Je kunt je laten varen, maar je kunt ook zelf peddelen in een bootje of kano. Laat je je varen, zoals wij dat deden met Embarcadère Bardet, dan krijg je gelijk wat meer achtergrond over het gebied mee en wordt je getrakteerd op een vuurspektakel als de schipper in een nauw slootje het water weet aan te steken met zijn aansteker, door eerst het turf met een stok op te porren. Een kunstje waar de gids ook zelf geen genoeg van lijkt te krijgen. De sfeer in het moeras is feeëriek te noemen. Heb je geluk en kom je aan het einde van de dag, dan is het licht bijna magisch en verandert de kleur van het groen en het water van lichtgeel tot gifgroen. En als je dan helemaal stil bent en de vogels hoort, dan vergeet je even dat ook een vakantie eindig is. De scheepjes worden overigens voortgedreven doordat de schipper met een stok in het water het scheepje voortduwt. Dat zorgt ervoor dat je optimaal van de natuur en de rust kunt genieten!



Louis de Funès
Na een heerlijke boottocht van circa anderhalf uur, liepen we nog een rondje door het dorpje Arcais. En hoewel het aan de boulevard bij de bootjes behoorlijk toeristisch was, is er in het dorpje zelf geen kip te bekennen. We strijken neer op een bankje tegenover het VVV en omdat het zo rustig is komt François, de VVV medewerker, een praatje maken. Als het ijs eenmaal gebroken is vertelt hij ons over zijn reizen en over zijn werk in de entertainment op campings en voor we het weten kijken we naar een soort cabaret-achtig toneelstuk dat hij zelf aan het schrijven is en waar wij kennelijk zeer geschikte proefpersonen voor zijn. De beroemde Fransoos Louis de Funès was er niets bij!



En dankzij dit fantastische onderonsje met een verhalenverteller pur sang eindigde onze verrassende reis, die inderdaad bol stond van de historie en tientallen historische bouwwerken uit verschillende eeuwen, nog verrassender en begonnen we opgewekt aan onze reis huiswaarts.

Tekst: Janine Klein | Beeld: Irma Peijnenburg