Het sprookje van Füssen

Als echt meisje-meisje droomde ik in mijn kleine meisjesjeugd van sprookjes met beeldschone prinsessen met prachtige jurken en lange, glanzende haren in mooie vlechten. Van prinsen op witte paarden en van sprookjesachtige kastelen met sierlijke torentjes tot in de hemel. De verhalen over Sneeuwwitje, Assepoester en Doornroosje las ik keer op keer en de films over Sisi mochten wat mij betreft elke zondagmiddag aangezet worden. Deze kinderlijke blijheid hervond ik tijdens een bezoek aan Füssen, waar de Koninklijke historie en de sierlijke kastelen nog steeds tot de verbeelding spreken.



Ongeveer 1,5 uur rijden vanaf München, net voor de grens met Oostenrijk, ligt Füssen im Allgäu in de romantische streek Beieren. De stad was al in de Romaanse tijd een belangrijke stopplaats voor wie over de Via Claudia Augusta vanuit het noorden van Italië, over de Alpen, naar Augsburg moest. Deze belangrijke doorgangsweg bestaat nog steeds en vormt het hart van de stad, waar we onze reis beginnen.

Tip: Kamperen in de omgeving van Füssen? Er zijn in totaal 8 campings en 5 camperplaatsen in de regio te vinden, waarvan vele direct gelegen aan één van de meren die het gebied rijk is.

Rieden am Forggensee
Onze eerste overnachtingsplek is Campingplatz Magdalena in Rieden am Forggensee. De camping beslaat een steil stuk terrein, waar kampeerders op de verschillende terrassen een plekje uit mogen zoeken. Naast een flink aantal vaste seizoensplaatsen, is er nog volop ruimte voor trekkende kampeerders. Al zijn de plekken niet ruim bemeten, ze voldoen prima voor wie op doorreis is en de prachtige kastelen wil bezoeken. Voor onze tent is een speciaal tentenveld, met een sanitair gebouw in de buurt en prachtig uitzicht op de Forggensee.


Grote plus van de camping is het gezellige haventje, waar zeilbootjes af en aan varen. Zittend voor de tent kunnen we er geen genoeg van krijgen. Vanaf de camping loopt een wandelroute direct langs het meer en een klein zandstrandje laat jong en oud genieten van het koele water op een warme dag. Een andere grote troef is het restaurant dat bij de camping hoort. Je kunt er ontbijten – er is ook een hotelaccommodatie op het terrein – maar bovendien ook heerlijk lunchen en goed dineren volgens Duitse tradities. Als we eenmaal de tent opgezet hebben, bestellen we eerst een ‘große Weißbier’, want het is er tijdens ons verblijf tropisch warm.


Füssen
Na een paar dagen ontspannen op de camping zijn we genoeg opgeladen om de omgeving te gaan verkennen. We rijden in een kleine tien minuten naar het stadscentrum van Füssen, dat deels autovrij is. Op aanraden van de campingeigenaar parkeren we onze auto in de parkeergarage bij het station. Vanaf daar is het secondewerk om naar het centrum te lopen, waar we eerst het VVV aan het Kaiser Maximillian Platz inlopen voor een plattegrond en meer informatie. Het centrum is compact, maar kent wel flinke hoogteverschillen, met de rivier de Lech als laagste punt en het Franciscaner klooster als hoogtepunt. In de ‘altstadt’ ontdekken we ook de overdekte markt.


Waar vroeger de brandweerkazerne gevestigd was, kun je nu overdekt genieten van heerlijke Beierse maaltijden. Het allerleukste is dat je aan kunt schuiven aan lange tafels en zo kennis maakt met de bewoners van Füssen, die hier maar wat graag de middagmaaltijd nuttigen. Betere tips over wat te zien en wat te doen kun je niet krijgen.

Tip: alle informatie over Füssen is te vinden op de website van Füssen Tourismus & Marketing. Vanaf het VVV vertrekt ook regelmatig een rondleiding met gids door de stad. Een aanrader!

Op de fiets
Doordat Füssen en omgeving in het dal gelegen zijn, is het hier goed fietsen en wandelen. Om zeker te weten dat we ook bij hoogteverschillen vooruit kunnen komen, huren we elektrische fietsen bij het bikestation van Ski-Sport Luggi aan de Luitpoldstraße in Füssen. Via de Romantische Straße rijden we naar de rand van de Forggensee, waar we het fietspad langs het meer volgen. Een ideale fietstocht die grotendeels vlak is. En nog handiger: als je geen zin meer hebt om te fietsen, dan stap je – met je fiets – aan boord van de MS Füssen, de veerdienst die op regelmatige basis allerlei stops op de Forggensee aandoet. Wij fietsten van Füssen naar Dietringen en namen daar het schip terug naar de stad. Een ideale combinatie.



Tip: in en rond Füssen zijn tal van fiets- en wandelroutes uitgestippeld van slechts een paar tot tientallen kilometers lang. Bij het VVV zijn gratis boekjes verkrijgbaar met een uitgebreide routebeschrijving en achtergrondinformatie.

Hopfen am See
We pakken de boel in en reizen naar Hopfen am See, waar we van de ene verbazing in de andere vallen op 5-sterren camping Hopfensee. We weten dat Duitsers schoon en netjes zijn, maar de eigenaresse van deze camping spant de kroon. Aan alles is gedacht: van kinderfaciliteiten en -activiteiten tot wellnessmogelijkheden in Marokkaanse stijl, een indoor speelhal voor grote, maar ook eentje voor kleine kinderen, een prachtig zwembad en kampeerplaatsen die niets te wensen over laten. En: alles blinkt ons tegemoet. Zelden waren wij zo onder de indruk van een camping. Hier is kamperen tot een ware luxe verheven! Het is een genot om na het uitpakken en opzetten van de kampeerboedel aan te schuiven in het restaurant waar we genieten van heerlijke streekgerechten en bediend worden alsof we zelf prins en prinses zijn. Wat een verwennerij!



Ook deze camping is gelegen aan een meer, de Hopfensee, waar je heerlijk kunt wandelen en fietsen. Omdat het de volgende dag minder mooi weer is, besluiten we de wellnessfaciliteiten te testen en die bevallen ons zeer goed. We ontdekken bovendien dat er `s avonds versgerookte vis op de camping wordt verkocht, dus met een paar vers gerookte forelletjes onder de arm hebben wij een luie dag.

Tip: zin in een actief uitje met het gezin? Ga naar het Walderlebniszentrum Ziegelwies voor een leuke dag in de natuur! Je kunt er wandelen over het belevenispad, met pontjes en spannende bruggetjes over het water, maar ook het boomtoppenpad bewandelen, met prachtige vergezichten over Beieren én Tirol.



Brunnen
We verkassen voor de laatste keer in deze regio, zodat we dichter bij de sprookjesachtige kastelen zijn, die we de komende dagen willen bezoeken. We hebben gehoord dat een bezoek aan deze kastelen wel wat voorbereiding vergt en dus besluiten we er ruim de tijd voor te nemen. Onze laatste halte is campingplatz Brunnen in Schwangau, gelegen aan de Forggensee. Een overzichtelijke camping met minder toeters en bellen dan de vorige camping, maar met prachtig uitzicht op het meer, prima sanitaire voorzieningen en ideaal gelegen ten opzichte van de kastelen die we de volgende dag gaan bezoeken.

Kastelen
Nabij Schwangau en Füssen liggen twee bijzonder mooi gerenoveerde kastelen: het sfeervolle okergele, lager gelegen, Hohenschwangau en het statige, witte Neuschwanstein. Het verhaal vertelt dat Ludwig II in 1868 begon aan de bouw van Neuschwanstein om hiermee een nog mooier en hoger gelegen kasteel te hebben dan zijn vader, bouwer van kasteel Hohenschwangau. Ludwig II was zijn tijd ver vooruit en het kasteel herbergde, voor die tijd, de meest waanzinnige technische snufjes. De grootheidswaanzin ging echter ver bij Ludwig II, want niemand zou ooit zijn kasteel van binnen mogen zien. Door zijn uitgavepatroon bleef zijn familie na zijn dood achter met flinke schulden, waardoor het kasteel werd overgedragen aan de overheid en niet veel later…werd opengesteld voor publiek.



Wil je de kastelen bezoeken, dan is vroeg opstaan vereist. `s Morgens kun je tickets halen bij het ticketcenter aan het begin van het terrein. Ben je hier al rond acht uur in de morgen, dan ben je ook de meeste busladingen met Aziatische toeristen voor. Besluit je beide kastelen te willen bekijken, begin dan in het lager gelegen Hohenschwangau. Dit is een prachtig kasteel, met dito tuin en bijzonder fraai uitzicht, maar kan wat tegenvallen als je Neuschwanstein al gezien hebt. Er zijn combitickets te koop die geldig zijn voor beide kastelen en het museum van de Beierse Koningen.

Tip: zorg dat je op tijd bij het kasteel bent. De aanvangstijd staat op je entreekaartje. De regels zijn erg strikt en dus is er geen tijd voor uitzonderingen. Het gaat er ‘pünktlich’ aan toe hier! Wil je niet lopen naar het hooggelegen Neuschwanstein? Neem dan op tijd de paardenkoets of de bus. En wil je meer informatie over de kastelen, dan is schloesser.bayern.de een goed startpunt.

Een tour door de kastelen duurt in beide gevallen slechts een halfuur. Met een audiogids in het Nederlands kregen we veel achtergrondinformatie, maar echt tijd om in alle rust rond te kijken is er niet. Voelden we ons bekocht? Wel een beetje. Hadden we het willen missen? Zeker niet!

Tip: Wil je de kastelen vanuit een ander perspectief zien? Neem dan de Tegelbergbahn naar de top van de Tegelberg. Je hebt bij helder weer prachtig uitzicht op de regio en de kastelen.



Museum van de Beierse Koningen
Hoe mooi de pracht en praal van de kastelen ook is, achter deze schoonheid gingen donkere verhalen schuil. Over de prins die verknipt uit de oorlog terugkwam tot de prins die verdronk (of was het opzet?) in het naastgelegen meer. Wil je meer weten over de Beierse koningen, hun achtergronden en de bloedlijnen die wijdverspreid over Europa zijn uitgewaaierd – en zo komen we toch weer bij de bloedmooie prinses Sisi die treurig aan haar einde kwam – dan mag een bezoek aan het Museum der Bayerische Könige niet ontbreken aan je bezoek.



We zijn aan het einde gekomen van deze sprookjesachtige reis in Füssen. En als we één ding hebben opgestoken tijdens deze reis, dan is het dat sprookjes niet altijd eindigen met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Dat geldt zeker niet voor de Beierse koningen in het algemeen en droomprinses Sisi in het bijzonder. Ondanks dat is Füssen im Allgäu een bestemming die je zeker niet mag missen. Al is het alleen maar omdat je soms liever in sprookjes gelooft dan in de werkelijkheid.

Tekst: Janine Klein | Beeld: Ruud Koetsier