Stoer landschap met verfijnde smaak

Mijn tong hangt op mijn schoenen tijdens de eerste sportieve activiteit van mijn reis naar het hoge Noorse noorden. Maar eenmaal boven op Torghatten, de hoedvormige berg zuidelijk van Brønnøysund, is het uitzicht meer dan de moeite waard. Door het gat in de berg zie je aan de ene kant de zee en aan de andere kant kilometers ongerepte natuur. De 35 meter hoge en 160 meter lange opening is gevormd is tijdens de IJstijd toen het water van de zee beduidend hoger stond en het water de zachtere rotsgedeelten uitsleet. Maar Noorwegen zou Noorwegen niet zijn of er bestaat wel een legende over het ontstaan van het gat en een van die versies (zie kader) horen we tijdens de afdaling.



We zijn in Helgeland, een gebied dat met natuurschoon en idyllische plekjes niet onderdoet voor het bekendere Lofoten. Want hoe mooi is het om in de nog zo ongerepte natuur zomaar een kudde elanden langs de weg tegen te komen? En hoe sportief kun je zijn: wandelen, hiken, kajakken, afdalen in een grot en stappen op sneeuwschoenen, ja ook in de zomer! Liever iets minder actie? De vis springt al aan je hengel als je de dobber uitgooit en de verschillende kleine en grotere musea zijn absoluut de moeite waard. Ook al zo leuk: je kunt gewoon overal met je tent, camper of caravan overnachten. Wil je meer luxe en comfort dan zijn er prachtige campings met allerlei faciliteiten en vaak met hottubs en sauna’s.



De volgende dag gaan we verder met onze ontdekkingtocht door Helgeland. In Nevernes Havn in Velfjord bezoeken we de puik ingerichte kleine musea, die zijn opgezet door Marius Nergârd. Hij wilde Nevernes, ooit het centrum van de zalmvisserij, nieuw leven in blazen. En met succes. Zeker 's zomers bruist het er van de activiteiten. Bovendien is het stadje de ingang naar het Lomsdalen National Park.

Eilandhoppen
Voor de kust van Helgeland liggen duizenden eilanden. Om er een aantal te zien gaan we eilandhoppen met de vele ferryboten die de eilanden met elkaar verbinden. We beginnen op Vega, het grootste eiland van de Vega-archipel dat sinds 2004 vermeld staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Niet alleen voor vogelliefhebbers, ook voor niet-vogelkenners is Vega interessant. In het E-hus leer je alles over de eidereenden. Dat ze juist het meest op Vega voorkomen is niet zo gek: ze worden hier verzorgd, vertroeteld en beschermd vanwege hun eidereendendons. Dit dons, het warmste, lichtste en koelste dons dat er is, blijkt voor Vega een belangrijke inkomstenbron. De gemiddelde opbrengst is 17 gram dons per nest en voor 1 kilo dons zijn dus zo'n 60 nesten nodig. Dat verklaart de torenhoge prijs en de lange wachtlijst voor bijvoorbeeld een kussen, waar al snel een kilootje ingaat.

Het is weer tijd voor actie: we gaan kajakken. Mijn grootste angst is om in het koude water om te slaan, maar gelukkig krijgen we prima isolerende pakken aan. En wanneer ik onelegant, maar droog, in de kajak geploft ben hebben mijn kajakmaatje en ik de slag snel te pakken en peddelen we vrolijk weg. Een bizar idee dat zich tussen ons en Groenland alleen de eindeloze Noordzee bevindt...
De volgende dag wacht ons een sportieve fietstocht op het eiland Herøy. Helaas regent het pijpenstelen en missen we daardoor veel fotomomentjes. Gelukkig is het droog als we verder gaan naar Sandnessjøen op Alsten. Hier bezoeken we het in 2009 geopende Vikinghuis, waar eigenaar Oddvar Petterson vertelt dat de naam Viking vermoedelijk uit Duitsland komt. Weet je trouwens dat Vikingen nooit helmen met horens op hebben gedragen. Sterker nog, ze droegen niet eens helmen!

Lovund
Na dit lesje Vikinggeschiedenis pakken we de ferry naar Lovund, ook bekend als papegaaiduikerseiland. Op de boot treffen we Geert van der Molen (56) en Ineke de Graaf (58) uit Woerden: “We zijn op de terugreis naar Nederland, maar maken een stop op Lovund om de papegaaiduikers te zien. Eigenlijk zijn we te vroeg in het seizoen. Veel campings zijn nog gesloten en eigenlijk is het nog te koud voor de tijd van het jaar waardoor we sneller van de Noordkaap zijn vertrokken.” De hartelijkheid en vrolijkheid van de Noren is opvallend, volgens het echtpaar: “Ze helpen ons aan alle kanten. Zo deed de campingeigenaar in Mosjoen, waar onze caravan nu staat, speciaal voor ons de camping open. Ja, het is een prijzig land, maar het is schitterend en mensen hebben een hoge levensstandaard. En alles straalt rust uit. Je leert hier echt onthaasten.”

Het 408 m² grote Lovund bestaat voor 85% uit de 'haaienvinberg', die vanaf veel plekken in Helgeland te zien is. Lovund is door de berg maar aan één kant bewoonbaar en heeft sinds 1972 de grootste zalmkwekerij van Noord-Noorwegen. Dit had positieve gevolgen voor het eiland: de gemiddelde leeftijd van de 429 bewoners is 29 jaar en niemand is werkloos. Vanaf april tot en met augustus groeit het inwoneraantal van Lovund spectaculair door de ruim 200.000 papegaaiduikers die dan het eiland bevolken. Leuk: op Lovund vind je een heuse golfbaan, waar je vanaf een top van de berg de bal in een grote ronde cirkel in het water onder je mept. En die bal is gemaakt van...vissenvoer!



Na een heerlijke nacht op Lovund met uitzicht op zee, gaan we via Stokkvågen terug naar het vasteland van Noorwegen. We rijden naar Mo i Rana, eens een belangrijk mijnbouwcentrum. Vanuit het stadje zit je snel op de Poolcirkel waar het bezoekerscentrum ruim 80.000 toeristen per jaar trekt en het op de parkeerplaats een komen en gaan van mensen is, al dan niet met caravan of campers. Na een sneeuwschoenwandeling gaan we terug richting Mo I Rana, waar we nog één actieve expeditie voor de boeg hebben: de grotten! De die-hards kiezen voor de Sætergrotta waar je door kieren en spleten in afdaalt. Ik houd het bij de Grønligrotta, een verlichte grot met wandelpaden.

Stoer en verfijnd
De verfijnde keuken van Helgeland is dé grote verrassing van deze reis. De vis is verser dan vers, (op Rødsei na, zie kader) en de maaltijden zijn puur, eerlijk en zonder kunstmatige toevoegingen. Hoofdingrediënten als aardappelen en wortelen worden op zo veel manieren klaargemaakt dat het nooit saai wordt. Helgeland. Een 'stoer' gebied, met veel natuurschoon en waar je, zeker ook tijdens de zomermaanden, wanneer het bijna 24 uur per dag licht is, veel dingen kunt doen en zien. Wat mij betreft: på gjensyn: tot ziens!



Rødsei
Na de vangst wordt de koolvis ongewassen ingesmeerd met eigen bloed, in een emmer met zout gedaan en minstens twee jaar bewaard.Om hem klaar te maken wordt hij 1 dag van tevoren uit de emmer gehaald en van het zout ontdaan. Vroeger geserveerd met ui en boter, nu met worteltaart en bacon (Sait). De smaak is sterk en apart, een beetje als doorgerookte vis.

Kamperen
Je mag overal vrij kamperen, tenzij anders aangegeven en met inachtneming van minimaal 150 meter afstand van een woning. Tankstations hebben vaak voorzieningen voor campers. Veel campings liggen langs de E6, de doorgaande weg van zuid naar noord Noorwegen.
In Velfjord Bygdemuseum staat een openluchtmuseum over de Sami, de oorspronkelijke bewoners van Noorwegen.

De legende van Torghatten
Op het eiland Alstenøya staan de Syv Søstre (de Zeven Zusters), een bergketen van zeven bergtoppen en hoofdrolspelers in de Sage van de Helgelandbergen. Vanaf een berg op de Lofoten zag de trol Hestmannen (de ruiter) de knappe Lekamøya en haar zeven zusters baden in zee bij Landego. Hij werd verliefd op Lekamøya en ging achter haar aan. Samen met haar zusters vluchtte zij naar het zuiden. De zeven zusters hielden de vlucht niet lang vol, en stortten zich bij Alstahaug op de grond. Lekamøya was Hestmannen te snel af en toen de trol zich realiseerde dat hij haar niet krijgen kon schoot hij met zijn boog een pijl op haar af. De trollenkoning van Sømna gooide zijn hoed in het pad van de pijl, en redde zo Lekamøya. De pijl doorboorde de hoed, die als berg in zee viel. Juist op dat moment kwam de zon op en versteenden alle trollen: Lekamøya als het eiland Leka, de hoed werd Torghatten, de Zeven Zusters vormden de bergen op Alstenøya en koning Sømna en Hestmannen versteenden als eenzame bergen voor de kust.


Geen genoeg van Noorwegen en de legende? Kijk op Visitnorway voor alle informatie over deze bestemming.

Tekst en beeld: Madeleine van de Wouw